Als corporatie maak je regelmatig lokale prestatieafspraken met de gemeente, een huurdersorganisatie en andere lokale partijen. In dit artikel geef ik je daarbij 5 belangrijke tips.
Tip 1: ga nóg verder met gezamenlijk onderzoek
Als je al gezamenlijk woningmarktonderzoek uitvoert, dan deel je dezelfde feiten.
Tot zover: goed bezig.
Maar je kunt hier nog een stap verder in gaan door samen te bedenken wat je nog meer zou willen weten over de woningmarkt.
Alle gezamenlijke onderzoeken kun je vervolgens ook gebruiken voor je ondernemingsvisie, het woonbeleid van de gemeente, je portefeuillesturing of voor wijkplannen.
Je legt er dan één gemeenschappelijke basis onder, die voor verschillende plannen hetzelfde is, en door de verschillende partijen wordt erkend.
Tip 2: faciliteer een gelijkwaardig kennisniveau
Zorg ervoor dat je belangrijkste gesprekspartners – in elk geval de gemeente en de huurdersorganisatie – voldoende kennis hebben over hoe een corporatie werkt, zodat ze op alle thema’s mee kunnen praten.
Op financieel gebied, maar ook hoe de volkshuisvesting in elkaar steekt.
Wat huurders betreft, wil je misschien ook een financiële bijdrage leveren om die kennis op te doen. Stimuleer je gesprekspartners in ieder geval om op de hoogte te blijven, zodat je het goede gesprek met elkaar kunt voeren.
Tip 3: richt samen het proces in
Neem van tevoren samen de tijd om het proces in te richten.
Weersta de verleiding om meteen de inhoud in te duiken, maar maak eerst procesafspraken met elkaar. Wat verwachten we van elkaar? Hoe verlopen de gesprekken? Wat valt wel en niet onder de afspraken?
Bespreek ook de procesbegeleiding: doe je dat zelf, of vraag je daar een externe voor? En maak afspraken over hoe je de voortgang van de gesprekken monitort.
Tip 4: zorg voor wederkerigheid
Dit heb je waarschijnlijk wel vaker gehoord, maar toch zie ik in de praktijk nog steeds dat corporaties de neiging hebben om prestatieafspraken te zien als het bespreken van de wensen van de andere partijen.
De corporatie gaat daar dan vervolgens mee aan de slag.
Wederkerigheid betekent dat je gezamenlijk een idee formuleert, samen een project hebt en dat samen uitvoert. Je houdt elkaar dus ook in de uitvoeringsfase vast, waarbij ieder zijn eigen rol heeft en zijn eigen bijdrage levert om het project te laten slagen.
Het moet duidelijk zijn wat je van de gemeente mag verwachten op het gebied van grondbeleid en ruimtelijke ordening.
En ook van een huurdersorganisatie mag je wel degelijk iets vragen. Bijvoorbeeld dat zij aan hun achterban kunnen uitleggen waarom ze met de plannen akkoord zijn gegaan. En andersom: dat ze ook signalen uit hun achterban ophalen. Zodat in de gesprekken niet alleen de mening te horen is van de personen die daar toevallig namens de huurders aan tafel zitten.
Dat is natuurlijk veelgevraagd, zeker voor een huurdersorganisatie. Het helpt hen echter wel om veel meer een gelijkwaardige gesprekspartner te zijn. Dus zorg ervoor dat je dat faciliteert als corporatie. Daar heb je zelf baat bij en de huurdersorganisatie ook.
Tip 5: maak realistische afspraken over uitvoering en monitoring
De bedoeling van prestatieafspraken is natuurlijk niet om papier te produceren. Je wilt uiteindelijk echte veranderingen: in steen, beton of hout. En ook in het sociale aspect.
Maak dus ook realistische afspraken over de uitvoering en de monitoring.
Je bent er dus niet met het opstellen van de prestatieafspraken. Leg ook echt vast hoe je dit gaat monitoren. En heel belangrijk: doorleef goed wat de consequenties zijn van bepaalde afspraken.
Stel dat je afspreekt om veel nieuwbouw te realiseren. Dat betekent niet alleen veel werk voor de corporatie, maar ook voor de gemeente. Bijvoorbeeld in het beschikbaar stellen van grond, de vergunningverlening. Ga als het ware even met zijn allen in een tijdmachine zitten: wat moet er gebeuren om deze afspraken ook echt uit te voeren?
Dat voelt misschien gek en soms denk je: “dat is logisch, dat weten we wel.” Of andersom: “dat zien we straks in de praktijk wel.” Maar het helpt echt om die consequenties al op het moment van besluitvorming te doorleven, zodat je de prestatieafspraken met volle overtuiging kunt ondertekenen.
En wellicht kom je er dan meteen al achter dat iets toch niet zo’n goed idee was. Of teveel werk. Dan moet je misschien nog even doorpraten. Maar áls je dan afspraken ondertekent, dan gá je er ook echt voor en is de kans dat ze uitgevoerd worden vele malen groter.
Uiteindelijk wil je geen papier als eindresultaat, maar echte veranderingen teweeg brengen met je prestatieafspraken.