Wanneer ben je als corporatie circulair? Wat kun je doen om dit te worden? En waarom zijn überhaupt nog niet alle corporaties circulair? Ritske Dankert ging erover in gesprek met Marieke Venselaar van Clearspin.
Bouwen binnen planetaire grenzen
Marieke loodst corporaties door alle facetten van circulair bouwen en onderhouden. Van het stellen van doelen tot assetmanagement en ketensamenwerking. ‘De kern van circulair bouwen is dat je binnen de planetaire grenzen je huis bouwt en onderhoudt,’ legt Marieke uit. ‘Oftewel, dat je geen schade toebrengt aan de aarde met de materialen die je produceert en gebruikt.’
Dan heb je twee opties: je gebruikt bronnen die sneller terug groeien dan dat je ze verbruikt (biobased bouwen, bijvoorbeeld met hout of vlas), of je (her)gebruikt zo lang mogelijk dezelfde materialen.
Het Nieuwe Normaal
Er is tot nu toe alleen wet- en regelgeving voor nieuwbouw: de Milieuprestatie Gebouwen (MPG). ‘Ik vind dat niet zo’n goede maatstaf,’ zegt Marieke, ‘want met de huidige MPG voldoe je te makkelijk. Ik ben zelf meer fan van Het Nieuwe Normaal.’
Het Nieuwe Normaal is geen wet- en regelgeving, maar een raamwerk met circulaire indiciatoren. Het is ontstaan vanuit een samenwerking tussen verschillende partijen in de bouw, waaronder woningcorporaties. Het raamwerk bevat allerlei indicatoren naast de MPG, zoals de Paris Proof Factor, CO2-opslag en de losmaakbaarheidsindex. Met die indicatoren kun je toetsen hoe circulair je gebouw is.
Marieke: ‘Ze noemen dit zelf ambitieuze, maar haalbare doelen. Ik vind dit een mooi raamwerk voor nieuwbouw, en dit biedt ook het meeste houvast voor corporaties. Daarnaast is er wat mij betreft ook een dergelijk raamwerk nodig voor bestaande bouw.’
Bestaande bouw
Voor onderhoud bestaat er nog geen raamwerk. Dat maakt het lastiger om als sector te bepalen welke doelen je nastreeft. Marieke wijst erop dat je met bestaande rekeninstrumenten wel een aantal indicatoren zou kunnen doormeten, waaronder de CO2-uitstoot. ‘Zo kun je bepalen welke materialen die je gebruikt bij een renovatie het meest vervuilend zijn. Maar deze berekeningen zijn nog lang niet uitontwikkeld, en over de manier waarop je dat zou moeten doen, bestaat nog geen gezamenlijk gedragen inzicht.’
Marieke verwijst naar een onderzoek van Bouwhulpgroep waaruit blijkt dat isolatie, glas en installaties de meest vervuilende materiaalstromen zijn. ‘Daar kun je je als corporatie op richten. Kijk bijvoorbeeld hoe je traditionele isolatiematerialen kunt vervangen door biobased materiaal.’
Er zijn ook al talloze goede voorbeelden, dus elke corporatie kan wel een collega in de regio vinden die dit al doet. ‘In de sector zijn al allerlei pilots en initiatieven geweest,’ vertelt Marieke. ‘Die ontstaan vaak omdat mensen de urgentie voelen, of hier interesse in hebben. Daar hebben we veel van geleerd. Inmiddels staan we op een punt dat het wel wat meer business as usual zou mogen worden.’
Is circulair duur?
Marieke is wel positief verrast dat er al zoveel goede voorbeelden zijn, want in de praktijk is het allemaal nog een behoorlijke zoektocht. ‘Sommige corporaties zijn echt welwillend, maar vaak zijn éénmalige pilots duurder dan de traditionele bouwmethodes.’
Dat betekent wat Marieke betreft niet dat je kunt stellen dat circulair dus duur is. ‘Er zijn 1001 circulaire oplossingen, die zijn allemaal heel verschillend. Neem bijvoorbeeld isolatie. Daar zijn bij schuine daken al heel goede oplossingen voor die even duur zijn als gangbare materialen.’
‘Daarnaast moet je niet blijven kijken naar eenmalige pilotprojecten, maar juist een rol pakken die de systeemverandering in gang zet,’ stelt Marieke. ‘Als corporatie ben je een opdrachtgever in de keten. Als leveranciers van biobased materialen genoeg afzet hebben, dan gaan ze opschalen en investeren in machines en productielijnen. En dat maakt die producten weer goedkoper.’
Wet- en regelgeving ligt achter
Marieke ziet bij corporaties ook nog de nodige aarzeling over zaken als kwaliteit, certificaten, garanties en brandveiligheid. ‘Het testen op bijvoorbeeld brandveiligheid kost tijd en geld. Als die testen eenmaal gedaan zijn, stimuleert dat het circulair bouwen enorm.’
Iets anders is: hoe bepaal je hoeveel CO2 je materiaal uitstoot? ‘Daar kunnen leveranciers een Life-Cycle Assessment (LCA) voor laten maken, maar dat kost veel geld,’ vertelt Marieke. ‘Kleine, innovatieve bedrijven hebben dat niet zomaar op de plank liggen. Maar deze informatie is wel belangrijk om de nationale milieudatabases mee te vullen. Ook daarom is het dus belangrijk dat ze meer afzet krijgen. En ook dit gaat om een systeemverandering die we met zijn allen voor elkaar zouden moeten krijgen.’
Investeren in kennis
Kennis over het onderwerp ziet Marieke ook als een obstakel. ‘Kijk, iedereen vindt het belangrijk dat we goed voor de aarde zorgen, maar met circulair bouwen en onderhouden introduceren we een heel nieuw begrippenkader. MKI, MPG, Paris Proof, ik heb zelf ook in die fase gezeten dat ik me afvroeg wat dat nou allemaal precies was.’
Marieke merkt in haar werk dat mensen hier meer in meegenomen zouden mogen worden. ‘Dan zegt zo’n corporatie: we zijn geïnteresseerd in circulair bouwen, dus projectleider, doe er wat mee. Maar daar is wel wat opleiding voor nodig.’
Je kunt dit doen aan de hand van Het Nieuwe Normaal: welke doelstellingen zijn er? Wat betekenen die? Hoe kun je dat doorrekenen? Wat heb je daarvoor nodig? ‘Daar moet je echt even tijd aan besteden,’ stelt Marieke, ‘en dat zie ik nog weleens ontbreken.’
Systeemverandering nodig
De crux voor corporaties is om systeemverandering teweeg te brengen. Van een keer een experiment gedaan of weleens iets bij een collega-corporatie gezien, naar circulair bouwen structureel onderdeel maken van je werk. ‘En dat is geen simpel stappenplan,’ waarschuwt Marieke.
Het begint bij commitment vanuit het bestuur van een corporatie en dat je als opdrachtgever een visie hebt op circulariteit, of die visie wilt ontwikkelen. Je kunt moeilijk tegen een aannemer zeggen: doe mij een circulair gebouw, zonder dat je precies weet wat je vraagt en wat dit betekent.
Zoek de samenwerking op
Marieke: ‘Eerder hoorde ik van de corporatiecollega’s nog wel eens dat de innovatie van bouwers moest komen. Maar als opdrachtgever moet je ook echt je rol pakken. Dat is een belangrijke stap, die je niet moet onderschatten.’
Zoek de samenwerking op, is het devies. ‘Ga in gesprek met je partners en je leveranciers. Leg uit welke kant je op wilt, vraag wat zij daarin kunnen bieden en wat zij nodig hebben van jou,’ aldus Marieke. ‘Maak samen stappen.’
En vergeet hierbij de andere corporaties in je regio niet. ‘Samen zijn jullie de opdrachtgevers van alle sociale huurwoningen in je gebied. Pak dan ook samen je rol in die opschaling.’ Hetzelfde geldt voor de gemeente, bijvoorbeeld bij het maken van de prestatieafspraken.
Voeg een kopje ‘circulair’ toe
Verder kijk je als goede opdrachtgever natuurlijk ook naar binnen, vindt Marieke. Je kunt daarbij Het Nieuwe Normaal als uitgangspunt nemen en vervolgens kijken hoe je daar naartoe kunt werken. En wat betekent dat dan voor je organisatie?
Een praktisch voorbeeld is je fase 0, als je verschillende projectvarianten uitwerkt. Marieke: ‘Je kijkt dan naar geld, naar huurders, naar techniek. Maar bepaal daarbij ook hoe ver elke variant af staat van Het Nieuwe Normaal.’
Je voegt dus simpelweg het criterium ‘circulair’ toe aan je templates en doet dat ook bij de volgende fasen. En natuurlijk moet je dan ook je collega’s meenemen en laten zien hoe je dat inzichtelijk krijgt. Zo start je het gesprek erover.
‘Het zal echt niet zo zijn dat je dan meteen alle projecten volgens Het Nieuwe Normaal doet,’ relativeert Marieke. ‘Maar het bewustzijn creëren van hoe ver je er nog vanaf staat, is een belangrijke eerste stap.’ En neem natuurlijk ook een kopje ‘circulair’ op in je afwegingskader.
Incorporeer circulair bouwen in je organisatie
In je assetmanagement kun je onder andere beginnen met kijken naar de productiestromen op de korte, en (middel)lange termijn. Marieke: ‘Analyseer de verschillende materiaalstromen. Hoeveel projecten ga je isoleren, hoeveel materiaal heb je daarvoor nodig en wat bespaar je aan uitstoot als je een deel vervangt door biobased?’
Deze informatie heb je ook nodig als je het gesprek over opschaling aangaat met je partners en leveranciers. En zo zou je circulair eigenlijk in je hele beleidsachtbaan moeten incorporeren. Je complexplannen, data, monitoring, pilots evalueren.
‘De eerste vraag die je jezelf hierbij kunt stellen: wat betekent dit voor mijn functie?’ geeft Marieke als tip. ‘En ga hier zeker niet in je eentje over nadenken, maar schakel collega’s hierbij in.’