Eric Borggreve (1954) was de laatste jaren als manager Wonen & Zorg bij Vestia Westland verantwoordelijk voor het zorgvastgoed. Hij werkt nu voor onder andere voor zorgorganisatie De Drie Notenboomen, bekend van de Thomashuizen en Herbergiers.
Ik sprak met hem over zijn affiniteit en jarenlange ervaring met zorgvastgoed.
Dubbel Vier: woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke beperking
Eric heeft tijdens zijn carrière een behoorlijk aantal projecten op het gebied van zorgvastgoed mede mogelijk kunnen maken. Zijn interesse voor zorgvastgoed begon in 1994, toen Woningcorporatie Naaldwijk (later Vestia Westland) benaderd werd door acht ouders van verstandelijk beperkte mensen.
Deze ouders waren op zoek naar geschikte huisvesting voor hun kinderen. Er was voor hen geen plek in reeds bestaande gezinsvervangende huizen: de wachtlijsten daarvoor werden in deze periode steeds langer. Woningcorporatie Naaldwijk gaf de ouders de mogelijkheid om ‘mee te liften’ met het nieuwbouwplan Hordijkhof in Honselerdijk.
Binnen dat project werden twee eengezinswoningen gerealiseerd, met ruimte voor acht bewoners. De woningen werden met elkaar verbonden, maar zijn op elk moment tot twee zelfstandige woningen terug te bouwen. Daarmee werd het financiële risico beperkt: de woningen zijn in de toekomst apart te verhuren aan een andere doelgroep.
Zowel de ouders als hun jongvolwassen kinderen kregen veel inspraak, bijvoorbeeld in de samenstelling van de groepen en de inrichting van de woningen. De gezinnen kochten zelf begeleiding in met het persoonsgebonden budget.
“Dat vond ik zo’n leuk initiatief: dat mensen die zo weinig keuzemogelijkheden hadden, nu zelf invulling aan hun woonplek konden geven. Ik zag dat de mensen echt opbloeiden. De ouders én de bewoners waren erg enthousiast.”
Corporaties worstelen met zorgvastgoed
Dat is de grote drijfveer achter Erics affiniteit met zorgvastgoed: mensen met een fysieke of verstandelijke beperking toch voldoende keuzemogelijkheden én kwaliteit van wonen kunnen bieden.
Veel corporaties hebben zich de afgelopen 15 jaar voor hetzelfde doel ingezet. Na de extramuralisering en de komst van de nieuwe Woningwet worstelen zij echter steeds meer met het zorgvastgoed en de financiële risico’s die daar mogelijk aan kleven.
De financiële scheiding van wonen en zorg was volgens Eric op zichzelf terecht: “er werden vaak te hoge bedragen betaald voor onderliggend vastgoed. Het werd toch gesubsidieerd, was de redenatie.”
De beleidsmatige scheiding van stenen en zorg heeft de samenwerking en integratie echter niet bevorderd, constateert Eric. Ook ziet hij dat er onder corporaties een terugtrekkende beweging is ontstaan door de Woningwet. “Doordat die bewegingen elkaar troffen zie ik eerder een afstand groeien dan dat er weer samen opgetrokken wordt.”
Samenwerken om risico’s te spreiden
Eric denkt dat corporaties zich ondanks de veranderingen van de afgelopen jaren toch kunnen blijven bezighouden met wonen en zorg. “Kijk daarbij niet alleen naar het financieel rendement, maar vooral naar het maatschappelijk rendement.”
Corporaties moeten het zorgvastgoed niet alleen in termen van risico’s bekijken. “Een projectontwikkelaar zei ooit: ‘ondernemen is risico’s lopen. Maar ik ben er meer op uit om risico’s te delen en te verleggen.’ Dat is voor mij een eyeopener geweest.”
Eric raadt corporaties dan ook aan om andere partijen bij het zorgvastgoed te betrekken: ondernemers, de zorgpartijen zelf, de gemeente en de gemeenschap. “Los alles niet alleen zelf op, maar probeer het probleem breder te leggen.” Op het gebied van sociaal beheer doen veel corporaties dat al, en zoeken ze partners om de leefbaarheid in het werkgebied mee te bevorderen.
Minder vasthouden aan contracten
Corporaties zijn geneigd om partijen onder welke omstandigheden dan ook aan hun contract te willen houden. Soms is het echter nodig om samen om tafel te zitten om nieuwe contracten af te sluiten en nieuwe afspraken te maken.
Soms betekent dat, dat gebouwen in de toekomst een andere functie moeten krijgen. Dat maakte Eric mee in 2013, toen de hurende zorgpartij zich terugtrok uit Huize Corel, een woonzorgcentrum in Deventer. De huur van dit object was te hoog. Doordat deze zorgpartij meerdere locaties had, kon er strategisch geschoven worden met vastgoed. Daardoor konden de ongeveer 90 bewoners elders ondergebracht worden.
Het gebouw was binnen een half jaar leeg. Samen met de gemeente wist Vestia snel een nieuwe doelgroep voor het complex te vinden en deze volledig met nieuwe huurders te vullen.