DAEB en niet-DAEB activiteiten

Volgens de Woningwet 2015 moeten woningcorporaties zich in eerste instantie richten op DAEB activiteiten: het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen en enkele andere maatschappelijke taken. Onder de sociale huurwoningen vallen de woningen met een huurprijs tot aan de liberalisatiegrens.

DAEB-activiteiten zijn:

  • Bouw, verhuur en beheer van sociale huurwoningen

Hieronder valt de belangrijkste taak van woningcorporaties: het huisvesten van mensen met een laag inkomen.

  • Beheer van maatschappelijk vastgoed

Onder maatschappelijk vastgoed valt bijvoorbeeld een buurthuis of wijkbibliotheek. Het is vereist dat het maatschappelijk vastgoed in het gebied ligt waar de corporatie actief is.

Dit zijn activiteiten gericht op het verbeteren van de leefbaarheid in een wijk, bijvoorbeeld het inzetten van huismeesters. Corporaties mogen in principe per woning niet meer dan €125 uitgeven aan deze investering (tenzij in de prestatieafspraken met de gemeente en huurdersorganisatie aanvullende activiteiten zijn afgesproken).

Niet-DAEB activiteiten

Naast DAEB activiteiten willen woningcorporaties zich in sommige gevallen ook bezig houden met niet-DAEB activiteiten. Bijvoorbeeld om gemengde wijken te realiseren. Of omdat in sommige gebieden activiteiten die volgens de wet ‘commercieel’ zijn in de praktijk niet rendabel zijn voor marktpartijen. Wanneer er toch behoefte is aan deze activiteiten kan een gemeente bijvoorbeeld aan de corporatie vragen dit op zich te nemen.

Niet-DAEB activiteiten zijn:

  • Huurwoningen in de vrije sector 

Deze woningen hebben een huurprijs boven de liberalisatiegrens.

  • Koopwoningen
  • Commercieel vastgoed

Markttoets voor niet-Daeb activiteiten

Update: de markttoets is tijdelijk buiten gebruik gesteld van 2022 t/m 2024

Het uitvoeren van niet-Daeb activiteiten is voor woningcorporaties alleen mogelijk onder strenge voorwaarden. Zo mag een woningcorporatie alleen een niet-DAEB activiteit uitvoeren als er geen andere commerciële bedrijven interesse tonen. Dit wordt onderzocht door middel van een markttoets die wordt uitgevoerd door de gemeente. Er zijn dan nog steeds strenge voorwaarden voor de corporatie voor de feitelijke uitvoering van de niet-Daeb activiteiten.

In de praktijk passen lokale opgaven van woningcorporaties niet altijd binnen de strikte kaders van Daeb en Niet-Daeb, zo blijkt ook uit het onderstaande interview met Vincent Gruis.


Reactie plaatsen