Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting

Het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV) 2015 is een uitwerking van de Woningwet. Het BTIV trad samen met de nieuwe Woningwet per 1 juli 2015 in werking. Het BTIV vervangt het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH).

Inhoud van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting

Het BTIV 2015 bestaat uit 148 artikelen, verdeeld over 9 hoofdstukken. Hieronder is aangegeven wat in elk hoofdstuk is uitgewerkt.

  • Algemene bepalingen. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste begrippen uit het BTIV omschreven.
  • Wooncoöperaties. Een wooncoöperatie is een vereniging die haar leden in staat stelt om de door hen bewoonde woningen zelfstandig te beheren en te onderhouden. In dit hoofdstuk wordt geregeld hoe bewoners die een wooncoöperatie willen oprichten woningen van corporaties kunnen overnemen.
  • Algemene bepalingen inzake toegelaten instellingen. In dit hoofdstuk worden zaken geregeld met betrekking tot de onder meer toelating van corporaties (de erkenning van de status van een corporatie als toegelaten instelling voor de wet), vereffening, het aangaan van verbindingen en de borging van leningen door het Waarborgfond Sociale Woningbouw (WSW) die door corporaties worden aangegaan.
  • Rechtsvorm en organisatie van toegelaten instellingen. In dit hoofdstuk zijn onder meer uitwerkingen van de Woningwet op het onderdeel governance te vinden. Zo wordt ingegaan op de goedkeuring van besluiten door de raad en door de minister, de taak van het interne toezicht en de vereisten voor de jaarrekening, het jaarverslag en het volkshuisvestingsverslag.
  • Werkzaamheden van toegelaten instellingen. Dit hoofdstuk gaat in op:
    • Relatie met de gemeente: woningmarktregio’s, de uitvoering door corporaties van de gemeentelijke woonvisie, prestatieafspraken
    • Het gebied van de volkshuisvesting: dit onderdeel gaat verder in op het principe dat corporaties hun geld uitsluitend ten behoeve van de volkshuisvesting besteden.
    • Passend toewijzen: invulling van onderdelen van het passend toewijzen en de controle daarop.
    • Diensten van algemeen economisch belang: hier wordt onder meer geregeld hoe eventuele overcompensatie wordt berekend.
    • Administratieve scheiding en vermogensscheiding: hier wordt onder meer in beschreven hoe (kleine) corporaties hun administratie moeten inrichten wanneer ze vrijgesteld zijn van een administratieve scheiding. Ook staan hier bepalingen in over het administratief scheiden van de Daeb en Niet-Daeb activiteiten van een corporatie.
    • Juridische scheiding: hierin staan bepalingen over het vormgeven van een juridische scheiding van de Daeb en Niet-Daeb activiteiten van een corporatie.
    • Fusie: in dit onderdeel is geregeld aan welke eisen corporaties moeten voldoen wanneer ze willen fuseren.
    • Splitsing: in dit onderdeel is beschreven onder welke voorwaarden de minister de splitsing van een corporatie kan goedkeuren.
    • Verdere bepalingen
    • Sanering van en projectsteun ten behoeve van toegelaten instellingen: in dit hoofdstuk is geregeld hoe corporaties die in financiële problemen komen financieel gesaneerd kunnen worden. Ook wordt uitgewerkt hoe andere corporaties hieraan een verplichte bijdrage leveren.
    • Toezicht op toegelaten instellingen en dochtermaatschappijen: in dit hoofdstuk wordt uitgewerkt hoe de Autoriteit woningcorporaties toezicht uitoefent op corporaties.
    • Verdere bepalingen inzake toegelaten instellingen
    • Overgangs- en slotbepalingen: in dit hoofdstuk worden aanvullingen en wijzigingen op een aantal gerelateerde wetten en regels geregeld.

Voor wie het precies wil weten: de volledige tekst van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV) 2015.
Download hier al mijn e-boeken over corporatiebeleid.

Reactie plaatsen