Met flexwoningen zorg je op korte termijn voor nieuwe woningen. Het is onderdeel van de nationale strategie om de woningnood in Nederland te bestrijden. Maar waarom zou je hier als corporatie aan beginnen? In dit artikel vijf belangrijke redenen op een rij.
1: Je helpt snel mensen op de wachtlijst
De ontwikkeltijd van flexwoningen is korter dan voor reguliere woningen. Bovendien kun je vaak makkelijker locaties vinden. Locaties die wellicht niet geschikt zijn voor permanente bouw, maar wel voor tijdelijke woningen.
2: Je levert een bijdrage aan placemaking
Bij grootschalige woningbouwontwikkeling kan het helpen als er alvast wat reuring in het gebied komt, nog voordat de eerste permanente woningen gebouwd worden. Daar kunnen flexwoningen in voorzien. En als corporatie kun je dan natuurlijk later ook je rol in de permanente woningbouw pakken.
3: Je fleurt er de wijk mee op
Niet alle flexwoningen zijn containers. Er zijn ook mooie oplossingen, die dat braakliggende, lelijke stukje in de wijk kunnen opfleuren. Het zou zelfs een mooie onderbreking kunnen zijn van de lange rijen portiekwoningen en flats in veel corporatiewijken.
4: Je kunt er een piek mee opvangen
Het is misschien moeilijk voorstelbaar, maar op termijn is het zeker mogelijk dat delen van Nederland (weer) gaan krimpen in aantal huishoudens. Als je nu een wachtlijst hebt en in de toekomst mogelijk krimp, dan zijn flexwoningen een goede overbrugging.
5: Je zorgt voor doorstroming
Door het verhuren van flexwoningen aan doorstromers komen er elders permanente woningen vrij voor een nieuwe verhuring. Vaak zullen die woningen buiten je eigen werkgebied liggen (waarom zou je als huurder naar een flexwoning in dezelfde regio verhuizen?), maar zo kun je als corporaties dus wel elkaar helpen.
Andere corporaties zijn je al voorgegaan
Er zijn inmiddels al veel praktijkvoorbeelden van corporaties die ervaring hebben opgedaan met flexwoningen. De kosten en risico’s zijn in beeld en beheersbaar. Je hoeft het wiel dus niet zelf opnieuw uit te vinden als je met flexwoningen aan de slag gaat. Aan de slag dus.