Waarom zou je als corporatie je kosten vergelijken met andere corporaties?
De bedrijfslasten zijn een hot item in de corporatiesector. De overheid en de maatschappij kijken mee of corporaties hun geld wel doelmatig uitgeven. Veel corporaties zijn daarom bezig met het verlagen van hun bedrijfslasten.
Benchmarken is een manier om te bepalen waar de bedrijfslasten omlaag kunnen zonder in te boeten aan maatschappelijk rendement.
Benchmarken kan het beste op een manier die verder gaat dan de Aedes-benchmark, waarbij vooral getallen vergeleken worden.
Je wilt niet alleen de totale kosten vergelijken. Ook op subonderdelen wil je de kosten kunnen vergelijken. Daarnaast is ook belangrijk om te weten te komen wat er ‘achter de cijfers’ zit.
Er zijn drie redenen om te benchmarken.
Benchmarken dwingt je je kosten beter te verantwoorden
Wanneer je jezelf met andere corporaties op onderdelen vergelijkt zie je dat je op bepaalde onderdelen duurder bent. Dat dwingt het je betere verantwoording af te leggen over waarom je op die onderdelen meer geld uitgeeft. Dient dat echt een maatschappelijk doel?
Leren van andere corporaties
Wat doen andere corporaties méér tegen dezelfde kosten? Of: hoe kan het dat ze goedkoper zijn terwijl de huurders nog even tevreden zijn? Door het verhaal achter de cijfers ontdek je waar je jezelf kunt verbeteren.
Je wordt er als corporatiemedewerker persoonlijk beter van
Door benchmarken kun je als corporatiemedewerker ook je eigen functie efficiënter en doelmatiger inrichten. Daardoor kan je maximale focus hebben op het realiseren van betaalbare woningen en de andere maatschappelijke doelen die je als corporatie in je werkgebied hebt.
Er zijn wel een paar valkuilen bij het benchmarken.
Voorkom een financiële ‘race naar de bodem’
Bij bijvoorbeeld de Aedes-benchmark wordt voornamelijk gekeken naar wie de laagste bedrijfslasten heeft. Soms is er echter een goede reden om duurder te zijn dan een andere corporatie.
Het gaat uiteindelijk om de verantwoording die je aflegt over je kosten. En het is van belang hoe je belanghebbenden daar tegenaan kijken.
Ben je goedkoper? Dan ben je nog niet klaar!
Wanneer je de goedkoopste bent, kun je nog maar weinig van andere corporaties leren. Kijk dan zelf wat er nog beter kan. Wanneer je de beste bent, is het nodig om te blijven verbeteren om ook de beste te blijven.
Stilstand is immers achteruitgang.
Besef dat er altijd verschillen zijn
Een laatste valkuil kan zijn dat je je niet voldoende beseft dat er altijd verschillen tussen corporaties zullen zijn. Zorg ervoor dat je doorgrondt waarom deze verschillen er zijn.
Dat betekent dat je uitzoekt hoe de cijfers in de benchmark tot stand komen. Ook wil je weten welke wereld er achter deze cijfers zit. Welke volkshuisvestelijke opgave ligt er in het werkgebied van andere corporaties? En is die opgave groter of kleiner? Welke bewuste beleidskeuzes maakt een andere corporatie en tot welke maatschappelijke resultaten leidt dat?
Uiteindelijk komt goed benchmarken hierop neer:
Pas op voor de valkuilen, benchmarken ook op subonderdelen en let daarbij op de financiële en maatschappelijke effecten. Dan kan benchmarken een goede manier zijn om doelmatiger te werken. Uiteindelijk kan er dan ook een groter maatschappelijk effect gesorteerd worden.