Maak geld politiek: betrek anderen bij je begroting
Het lijkt soms of corporaties veel geld hebben. En dat is niet gek: corporaties hebben immers veel vastgoed, wat meteen zichtbaar maakt dat we een kapitaalintensieve sector zijn.
Maar: aan een paar knoppen draaien – denk aan huurbevriezing of belastingen – en ineens ziet het financiële plaatje er totaal anders uit.
Laat de begroting niet op de afdeling Financiën liggen
Juist daarom is het belangrijk om geld veel meer onderwerp van gesprek te maken. Niet alleen binnen de financiële afdeling, maar juist ook daarbuiten. Want het gaat om veel meer dan cijfers.
Het gaat erom wat je als corporatie maatschappelijk kunt betekenen, en ook wélke maatschappelijke opgaven je moet laten liggen.
Behandel je begroting dus niet als een interne administratieve exercitie. Haal ‘m juist naar buiten. Gebruik het als kans om intern én extern het gesprek te voeren over wat er mogelijk is. En ook over wat er níet lukt, gegeven de financiële, juridische en praktische realiteit.
Betrek huurders, collega’s en de politiek
Betrek daarbij ook anderen: beleidsmakers, medewerkers, huurdersvertegenwoordigers, de gemeente én de lokale politiek.
Want ook al gaat de gemeente niet over de VPB of de jaarlijkse huurverhoging, ze kunnen vaak wel op andere manieren helpen. Bovendien hebben lokale politici vaak directe lijnen naar hun partijgenoten in Den Haag.
Werk met drie scenario’s: van ideaal tot realistisch
Wat kun je concreet doen? Maak drie scenario’s. Drie begrotingen eigenlijk. Daarmee maak je het gesprek veel concreter en laat je meteen zien waar het schuurt.
De eerste begroting gaat uit van wat er maatschappelijk nodig is in jouw werkgebied. Denk aan woningbehoefte, vergrijzing, verduurzaming en betaalbaarheid. Wat moet je als corporatie allemaal doen om die behoefte in te vullen?
Waarschijnlijk kom je dan tot de conclusie: dit kunnen we financieel helemaal niet aan. Maar dat is precies waarom dit scenario belangrijk is. Het laat het gat zien tussen ambitie en realiteit. En dat is het startpunt van een goed gesprek.
Laat ook zien wat er financieel wél kan
Het tweede scenario: wat is er financieel maximaal haalbaar? Dus: met de middelen die je hebt, wat kun je dan nog wél doen aan nieuwbouw, verduurzaming en huurbeleid? Daarmee laat je zien waar de grens ligt – op papier in ieder geval.
En dan het derde scenario: wat is er in de praktijk haalbaar? Niet alleen financieel, maar ook qua netcongestie, stikstof, grondposities, bouwcapaciteit, interne capaciteit en vergunningverlening. Want ook al heb je het geld, als je de vergunningen niet hebt of niet op het stroomnet kunt worden aangesloten, gebeurt er alsnog niets.
Maak de gevolgen van keuzes zichtbaar
De hierboven genoemde drie scenario’s helpen om je beperkingen én de keuzes inzichtelijk te maken. Daarmee voer je betere gesprekken. Intern, maar ook met je gemeente, huurdersorganisatie en de lokale politiek.
Wat kun je samen doen om barrières weg te nemen?
En dan wordt ook zichtbaar wat het effect is van landelijke keuzes op jouw lokale situatie. Geen huurverhoging? Dan zakt het financiële scenario in. VPB betalen? Dan schuift de grens van wat financieel kan meteen op. Door die effecten tastbaar te maken, ontstaat begrip én de mogelijkheid tot politieke beïnvloeding.
Maak geld tot maatschappelijk gespreksonderwerp
Laat je begrotingsproces dus niet over aan de ‘fineuten’. Haal het uit de spreadsheet en leg het op tafel. Laat beleidsmakers meepraten, laat de gemeente meekijken en laat huurders meewegen.
Zo bouw je niet alleen draagvlak voor je begroting, maar werk je ook aan je positie als maatschappelijke organisatie. Niet door alleen om geld te vragen, maar door te laten zien wat je ermee zou doen – en wat er misgaat als het ontbreekt.
Mijn oproep: kijk dit jaar eens anders naar je begroting. Niet alleen als financieel document, maar als kans om te laten zien wat jij als corporatie doet voor de samenleving. En vooral: wat je níet kunt doen als randvoorwaarden ontbreken.