Strategisch voorraadbeleid samen met bewoners maken en uitvoeren
In gemeenteland heeft minister Plasterk de doe-democratie geïntroduceerd. Niet overheden, maar burgers nemen daarbij initiatieven ter verbetering van hun leefomgeving. Meer zeggenschap bij burgers neerleggen was al langer een trend, maar nu overheden door geldgebrek moeten bezuinigen breekt het burgerinitiatief echt goed door. En ook corporaties ontkomen er niet aan. Zij zullen meer en meer taken aan bewoners moeten overlaten. Ook op het gebied van strategisch voorraadbeleid.
Wongema
In Hornhuizen, een dorpje in de Noord Groningse gemeente De Marne, stond niet zolang geleden het dorpscafé leeg. Het café leidde al langer een kwijnend bestaan, en er leek definitief geen draagvlak meer voor te zijn. De gemeente had geen geld beschikbaar om het voor sloop te behoeden. Lange tijd leek het daar dan ook op uit te draaien. Totdat een ondernemende inwoner van het dorp met een idee kwam. Hij wilde van het café een gecombineerde werkplek voor kunstenaars, een weekendverblijf en dorpscafé maken. De gemeente faciliteerde het idee uiteindelijk door te helpen zoeken naar financiers, uitbreiding juridisch mogelijk te maken en door mee te helpen Wongema bekendheid te geven.
Faciliteren door corporaties
Wongema is een mooi voorbeeld van wat steeds meer aandacht krijgt: initiatieven van burgers en bedrijven waarbij overheden zich faciliterend opstellen. Ook corporaties hebben er al mee te maken. Zo is de Alliantie bijvoorbeeld betrokken bij een energiecoöperatie in Almere. Ook zijn er al huurders die zelf het initiatief nemen om gemeenschappelijke ruimten of zelfs winkels in eigen beheer te nemen. Verder zijn er verschillende voorbeelden van huurders die zelf de leefbaarheid in hun buurt projectmatig ondersteunen. Corporaties faciliteren dat met kennis, hun netwerk en soms ook met (versoepeling van) regels of door financiële middelen.
Van project naar blijvende betrokkenheid
Daar waar burger- en bewonersinitiatieven nu nog vooral projectmatig zijn vormgegeven lijkt er in de toekomst ook behoefte aan een meer voortdurende betrokkenheid van burgers bij taken die nu nog door overheden of corporaties worden uitgevoerd. Het initiatief voor zulke taakverschuivingen kan daarbij ook vanuit de overheid of corporatie komen. Een voorbeeld is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Steeds meer welzijnstaken moeten in het persoonlijke netwerk van cliënten worden opgelost. De gedachte is dat zo niet alleen geld wordt bespaard, maar ook dat meer maatwerk mogelijk is.
Zonnepanelen en douche beneden als zelf aangebrachte voorziening
Op het gebied van energiebesparing zijn er door corporaties al ervaringen opgedaan met het betrekken van bewoners bij het energiezuinig maken van hun woning. Het is daarbij niet langer alleen de corporatie die vanuit haar onderhoudsbegroting de woningen energiezuiniger maakt. Bewoners laten zelf – al dan niet collectief – zonnepanelen installeren. Een voordeel daarvan is dat de keuze bij de bewoners wordt gelaten: wie energiebesparing belangrijk vind zal graag meedoen. De corporatie hoeft dus geen tijdverslindende communicatietrajecten met onwillige bewoners op te starten.
Ook financieel nemen bewoners hier het heft in handen, waardoor de corporatie haar kostbare investeringsruimte kan benutten voor het basisonderhoud van haar woningbezit. Het is goed denkbaar om op vergelijkbare wijze ook het levensloopbestendig maken van woningen te organiseren. Corporaties hebben immers geen geld om het gehele bezit geschikt te maken voor zorgbehoevende ouderen.
Als gepensioneerd timmerman zorgde mijn opa zelf voor een slaapkamer en douche op de benedenverdieping. Niet omdat hij geen trap meer op kon, maar als voorzorg voor een verre toekomst. Ook huurders van een corporatiewoning kunnen zelf de keus maken: leg ik een zelf aangebrachte voorziening ter preventie aan, of ga ik te zijner tijd verhuizen naar een andere woning?
Bewoners investeren voor de plus
In het strategisch voorraadbeleid neemt een corporatie onder meer maatregelen voor energiebesparing en levensloopbestendigheid op. Daarbij blijft de corporatie zelf verantwoordelijk voor de basisvoorzieningen. Maar bewoners kunnen natuurlijk gestimuleerd om ook te investeren en zo hun woning (nog) energiezuiniger of levensloopgeschikter te maken. Op die manier kan het strategisch voorraadbeleid voor een belangrijk deel door bewoners worden gemaakt en uitgevoerd.