Na de verhuurderheffing: werk aan de winkel

De verhuurderheffing gaat corporaties volgens de laatste plannen flink minder geld kosten. In dit artikel lees je alles over het geld van de verhuurderheffing, en wat we daar nu als corporaties mee moeten doen. 

Corporaties zijn straks gelukkig minder geld kwijt aan de verhuurderheffing. [Update: inmiddels is duidelijk dat de verhuurderheffing vanaf 2023 in stappen wordt afgeschaft, dit is afgesproken in het coalitieakkoord]

Jarenlang was er veel – terechte – kritiek op de verhuurderheffing. De heffing zorgde ervoor dat corporaties veel minder kunnen investeren.

Besparing maatschappelijk inzetten

Er ging sinds 2013 steeds meer geld naar de verhuurderheffing. Nu gaat dat bedrag gelukkig omlaag. 

Daarom is het nu zaak om als corporaties niet langer naar Den Haag te wijzen, maar zelf de volgende stap te zetten. 

Er is voor veel corporaties nog veel werk te doen.

Want hoe zorg je er als corporatie voor dat je het geld dat je bespaart op het betalen van de verhuurderheffing, ook daadwerkelijk kunt inzetten voor een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement? 

Betaalbaarheid verbeteren

De eerste grote opgave voor corporaties is betaalbaarheid. 

Vanaf het moment dat corporaties in 2006 voor het eerst Vpb gingen betalen nam de belastingdruk op corporaties steeds verder toe. Dat ging gepaard met behoorlijk wat huurverhogingen. 

Het is dan ook van belang dat woningen betaalbaar blijven, of worden. Een deel van de komende besparing moet dus daarvoor bestemd zijn. 

Plannen maken voor nieuwbouw

De tweede opgave is de beschikbaarheid. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Je kunt namelijk wel geld hebben voor nieuwbouw, maar je hebt ook grond en aannemers nodig. Onderzoek van de Stec groep laat bovendien zien dat nieuwbouwprojecten – klein en groot – al snel 10 jaar onderweg zijn van idee tot realisatie.

Daarom wil ik een oproep doen aan corporaties: ga nu niet achteroverleunen. Zorg ervoor dat je het geld dat je straks hebt, ook daadwerkelijk kúnt uitgeven. Ook aan nieuwbouw. 

Ga alvast in gesprek met de gemeente over grondposities, het bestemmingsplan en de stedenbouwkundige aspecten. Zodat je die woningen daar echt kunt gaan bouwen. 

Samenwerken met de bouwsector

Kijk ook hoe je beter kunt samenwerken met partners uit de bouwsector. Vraag jezelf af hoe je ervoor zorgt dat zij, als ze de keuze hebben uit meerdere opdrachtgevers, voor de corporaties aan de slag willen blijven gaan. Niet alleen door hoge prijzen te betalen, maar ook door een langjarige samenwerkingsrelatie op te bouwen. 

Stoppen met piepen

Een derde opgave is natuurlijk de verduurzamingsvraag. Ook daar is veel geld voor nodig, en ook daar is de bouwsector hard bij nodig. 

Vanuit de corporatiesector hoor ik vaak – terecht – ongenoegen over het landelijke volkshuisvestingsbeleid. 

Toch is het nu zaak om te stoppen met piepen, en zelf aan de slag te gaan.

Zorg ervoor dat je huurbeleid goed op orde is. Zodat je voor de toekomst weet welke huursom je kunt gaan verwachten om de huurder betaalbaar te houden. En welke huursom je nodig hebt om de investeringen die je kunt doen ook daadwerkelijk te doen. 

Kijk ook naar grond die beschikbaar komt voor nieuwbouw. En zorg ervoor dat je toegang hebt tot voldoende capaciteit bij aannemers en andere vaklieden die voor je aan de slag gaan. 

Ook al is het volkshuisvestingsbeleid van de rijksoverheid nog lang niet op orde. Het nu zaak om nu snel door te schakelen en echt aan de slag te gaan. Ik wens je veel succes hiermee.