Waarom 1 corporatie per gemeente niet genoeg is
Als er meerdere corporaties in dezelfde gemeente werkzaam zijn, hoor je al snel stemmen opgaan om deze corporaties te laten fuseren.
Dat is begrijpelijk vanuit het idee dat er dan 1 aanspreekpunt is voor bijvoorbeeld de gemeente.
Vanuit corporaties wordt bovendien gedacht dat er dan voldoende tegenwicht geboden kan worden aan de professionaliteit en het schaalniveau van de gemeente.
Toch denk ik dat meer dan 1 corporatie per gemeente belangrijke voordelen heeft.
Corporaties kunnen elkaar aanvullen
Van oudsher zijn corporaties vaak vanuit een andere achtergrond ontstaan. Dat zie je vaak nog steeds terug. Bijvoorbeeld in de organisatiecultuur of in de manier waarop corporaties naar hun opgave kijken.
Zo zijn er gemeenten waarin de ene corporatie juist actief is in het sociale domein, en de andere corporatie vanuit een andere beleidsafweging juist niet. Zo vullen zij elkaar aan.
Ruimte voor specialisatie
Meerdere corporaties in dezelfde gemeente biedt ook ruimte voor specialisatie. Anders moet je als enige corporatie in 1 gemeente álles doen.
Met meerdere corporaties in hetzelfde werkgebied kun je je bijvoorbeeld specialiseren op doelgroep of thema. Zo doet elke corporatie waar zij het beste in is, zonder de ballast van andere taakgebieden.
Samen optrekken naar de gemeente
Voor de corporaties is het bovendien een voordeel dat je samen kunt optrekken richting de gemeente.
Er wordt wel eens gezegd dat je als 1 corporatie meer gewicht in de schaal kunt leggen.
Maar juist als er meerdere corporaties zijn, zit je letterlijk met méér mensen aan tafel. Je kunt als groep meer voor elkaar krijgen door de gemeente elk vanuit een andere invalshoek te benaderen.
Andersom geldt dit voordeel ook voor de gemeenten. Als 1 corporatie halsstarrig is in het niet willen uitvoeren van de woonvisie, is er wellicht nog een andere corporatie die dat wél wil.
Risicospreiding
Het laatste argument om niet tot 1 corporatie te fuseren is risicospreiding.
Kijk maar eens naar wat er is gebeurd met de gemeenten waarin er 1 corporatie ‘monopolist’ was, en onderuit is gegaan.
Bijvoorbeeld in Brielle, waar Vestia domineerde toen bij die corporatie de financiële problemen begonnen.
Er ontstaat dan een gigantisch probleem wanneer zo’n corporatie in de problemen komt en niet meer de aandacht kan geven aan de volkshuisvesting in die gemeente.
Wanneer er maar 1 corporatie actief is in het werkgebied, is er niet direct een corporatie die het werk kan overnemen.
Een fusiebeslissing is dusdanig onomkeerbaar dat dat het in mijn optiek altijd een “nee, tenzij…” beslissing zou moeten zijn. Denk dus óók goed over bovenstaande invalshoeken na, voordat je hieraan begint.