Hoe draag je bij aan gemengde wijken?
De gemengde wijk is helemaal terug. In ieder geval in het beleid. Van corporaties wordt verwacht dat ze hieraan werken. Maar hoe doe je dat op een goede manier en voorkom je de eventuele nadelen?
Problemen voorkomen
Het is de bedoeling dat corporaties vanuit de wijkaanpak gaan werken aan het realiseren van wijken met een gemengde bevolkingsopbouw.
En hier zijn zeker goede redenen voor.
Allereerst is het een goede manier om cumulatie van problemen te voorkomen. Problemen kunnen namelijk exponentieel groeien als mensen met problemen elkaar versterken, terwijl dezelfde problemen behapbaar(der) blijven als een wijk gemengder is.
Ten tweede kan menging van verschillende inkomensgroepen ervoor zorgen dat er meer draagvlak ontstaat voor voorzieningen. Zeker in wijken met veel sociale huurwoningen en lagere inkomens.
Een ander argument is de verwachting dat mensen uit verschillende delen van de samenleving meer begrip voor elkaar krijgen als ze samen in één wijk wonen.
Geen onderling contact
Maar er kunnen ook nadelen zijn. Ik hoor bij corporaties weleens verhalen over slecht verlopen projecten waarbij sociale huurwoningen zijn gesloopt om plaats te maken voor duurdere koopwoningen.
Daarbij komen de nieuwe bewoners van de koopwoningen van buiten de wijk en blijken huurders en kopers totaal niet met elkaar te spreken. Ze spreken in plaats daarvan vooral over elkaar, en niet in positieve zin.
Op zo’n moment heb je statistisch misschien een gemengde wijk, maar levert het niet de verwachte voordelen op. En vaak hebben de oorspronkelijke bewoners ook niet het gevoel dat hun wijk er beter van is geworden.
Een ander bezwaar is dat werken aan gemengde wijken soms te eenzijdig in de praktijk wordt gebracht. Dus wel duurdere koopwoningen bouwen in een buurt met veel sociale huurwoningen, maar niet andersom: sociale huurwoningen bouwen in een villawijk. En dit zou je natuurlijk allebei moeten doen.
Wat is je doel?
Ik denk dat er manieren zijn om dit anders aan te pakken. Allereerst zou je preciezer moeten vaststellen wat de doelen zijn. Zo kan een gemengde wijk helpen om het draagvlak voor voorzieningen te verbeteren.
Meer bewoners met een hoger inkomen kan ervoor zorgen dat een buurtwinkel het redt. In dat geval kan het een goed idee zijn om met duurdere koopwoningen die doelgroep aan te trekken.
Maar als je doel is om meer interactie te creëren in de wijk en een cumulatie van problemen te voorkomen, dan vraagt dat om een andere aanpak. Je wilt dan als eerste weten wat de uitstroom is uit de wijk.
Uitstroom voorkomen
Je ziet in wijken met problemen dat de mensen die uitstromen meestal net wat meer inkomen hebben dan gemiddeld in de wijk. Zij vinden dan geen mogelijkheden voor hun woonbehoeften binnen de wijk en trekken weg.
Terwijl dat juist de mensen zijn die je in de wijk wilt houden. Ze hebben er al een netwerk, door hun hogere inkomen hebben ze meer perspectief en ze kunnen ook bijdragen aan het behoud van voorzieningen.
Doorgroeimogelijkheden in de wijk
Dit is wat anders dan kapitaalkrachtige mensen aantrekken. In plaats daarvan zorg je ervoor dat mensen binnen de wijk door kunnen groeien: dat bewoners als ze meer gaan verdienen binnen de wijk kunnen verhuizen, als ze daar behoefte aan hebben.
Dit betekent dat je doorgroeimogelijkheden moet hebben in je wijk. Dit kan ook binnen de sociale huursector, bijvoorbeeld van een starterswoning naar een eengezinswoning. Of juist als mensen ouder worden en kleiner willen gaan wonen.
Dit soort levensveranderingen wil je het liefst kunnen faciliteren binnen de wijk. Daarom is het goed om specifiek te kijken naar de woonwensen van mensen die nu vertrekken, maar die je graag voor de wijk had willen behouden.
Kijk ook naar de instroom
Tegelijkertijd kun je ook naar de instroom kijken. Bij elke nieuwe woningtoewijzing kun je bedenken wat een wijk nodig heeft. Heb je ‘dragers’ nodig, die ook een bijdrage leveren aan de buurt of de ondersteuning van buren?
Of kan deze wijk nog wel meer ‘vragers’ aan, bijvoorbeeld mensen die zorgondersteuning nodig hebben?
Wat mij betreft is dit een kerntaak van corporaties in gemengde wijken: preciezer kijken wat een wijk nodig heeft. En ik denk dat corporaties bij uitstek de partijen zijn om hier een langetermijnvisie op te ontwikkelen. En hier vervolgens consistent op te handelen.
Je zult op deze manier niet volgende week al een positieve impact hebben op een wijk, maar je creëert wel sterke wijken over tien of twintig jaar.
Wil je aan de slag met een lange termijn visie op jouw wijken? Volg dan ook de training Wijkplannen Maken.