Hoe betrek je 3 typen huurders bij het corporatiewerk?
Een aantal jaren geleden heeft Vincent Gruis, hoogleraar Housing Management aan de TU Delft, een driedeling van huurders geïntroduceerd. Deze komt volgens mij veel te weinig terug in het debat over hoe je als corporatie met huurders omgaat.
In dit artikel leg ik je uit hoe je de verschillende huurderstypen kunt inzetten voor jouw corporatiebeleid.
Drie typen huurders
Vincent Gruis onderscheidde enkele jaren geleden in een artikel de volgende huurderstypen:
- De afnemers: de mensen die de woning als een product zien en zich als klant gedragen;
- De afhankelijken: de mensen die hulp nodig hebben van corporaties en andere instanties, en zonder deze hulp hun leven niet goed op orde krijgen;
- De actieven: de mensen die graag een actieve bijdrage willen leveren aan hun woonomgeving.
Als het gaat om het betrekken van huurders bij corporatiewerk, benaderen veel corporaties de huurders als één groep. Door de verschillende huurderstypen te onderscheiden, kun je veel betere resultaten boeken.
De afnemers: houd een klanttevredenheidsmeting
Afnemers gedragen zich als klanten, en kun je dus het beste bij het corporatiewerk betrekken door een klanttevredenheidsmeting te doen. Dit is laagdrempelig en sluit aan bij de belevingswereld van deze huurdersgroep.
Door zo’n onderzoek te doen, kom je erachter op welke punten je je als corporatie nog kunt verbeteren.
Zorg ervoor dat de afhankelijken vertegenwoordigd worden
De afhankelijken zijn als het gaat om het meedenken over corporatiebeleid een belangrijke groep, omdat je het grotendeels voor deze groep doet. Het bestaansrecht van woningcorporaties is voor een belangrijk deel gerelateerd aan het ondersteunen van deze groep huurders.
Maar het is ook lastig om deze groep bij het corporatiewerk te betrekken omdat ze vaak wel andere dingen aan hun hoofd hebben.
Zorg er daarom voor dat de afhankelijken in elk geval goed vertegenwoordigd worden door mensen die de groep goed kennen. Bijvoorbeeld door andere huurders, welzijns- en maatschappelijke organisaties of je eigen huismeesters.
Denk daar op een creatieve manier over na. Hoe kun je het standpunt van deze groep betrekken bij het genereren van input voor corporatiebeleid?
Als je hier bewust oog voor hebt is de kans veel kleiner dat de behoeften en wensen van deze groep door de andere huurdersgroepen worden overstemd.
Faciliteer de rol van de actieven
De actieven zijn de makkelijkste groep om intensiever te betrekken bij corporatiewerk. Ga vooral met deze groep in gesprek: welke rol zien zij voor zichzelf?
Er zijn namelijk talloze manieren waarop actieven zich kunnen inzetten. Bijvoorbeeld door binnen een portiek op de leefbaarheid te letten, door vrijwilligerswerk in de wijk te doen, of door zitting te nemen in een huurdersraad of klankbordgroep
Faciliteer vooral de rol die mensen zelf graag willen invullen. Druk mensen dus niet in een rol waar ze geen behoefte aan hebben.
Aan de slag met de verschillende huurders: praktische stappen
Wil je aan de slag met het gedifferentieerder benaderen van je huurders? Een eerste stap is om te inventariseren welke huurders in welke groep vallen. En om te kijken hoeveel huurders je in elke groep hebt.
Dat kun je doen met de huidige kennis over je complexen en bewoners. Medewerkers die in de wijk werken hebben vaak al een goed beeld van hoe de verdeling over de drie huurderstypen in grote lijnen is.
Bepaal vervolgens je strategie met betrekking tot de drie doelgroepen. Kijk bijvoorbeeld goed met welke groep je als eerste aan de slag wilt gaan. Bepaal ook hoe elke groep het beste tot zijn recht komt en goede input kan leveren op jouw corporatiebeleid.