Drie keuzes om je woningen levensloopbestendig te maken
Huurders van sociale woningen worden gemiddeld steeds ouder. Dat betekent dat corporaties steeds meer over de levensloopgeschiktheid van hun woningen moeten nadenken. Welke drie keuzes zou je hierbij in ieder geval moeten maken?
Keuze 1: hoe match je je bewoners met je woningbezit?
Je kunt natuurlijk puur naar leeftijd kijken: hoe ouder mijn bewoners, hoe meer levensloopbestendige woningen ik nodig heb. Maar iemand van 25 kan in een rolstoel zitten, terwijl mijn buurvrouw van 84 nog prima de trap op komt.
In plaats van kijken naar leeftijd, kun je dan ook beter op mobiliteitsbeperkingen letten. Welke mensen kunnen moeilijk traplopen of hebben misschien een rollator of rolstoel nodig?
Door naar mobiliteit te kijken, kun je veel preciezer vaststellen hoe groot de groep is en welk type woningen daar dan bij hoort.
Wees daarbij niet te strikt.
Je hoeft niet door ergotherapeuten alles tot de millimeter te laten bepalen. Maar de andere kant is natuurlijk ook niet goed: laat je woningen ook niet beoordelen door iemand met weinig kennis van zorg.
Dus: combineer vastgoedkennis met zorgkennis. Én hou het praktisch. Ga geen woningen ongeschikt verklaren als het aanrecht drie centimeter te kort is. Maar zorg (onder meer) wel dat zorgverleners in de woning op een goede manier hun werk kunnen doen.
Vergeet ook niet om bij de keuzes die je maakt vooruit te kijken: hoe matchen je toekomstige bewoners met je toekomstige bezit?
Keuze 2: wat doe je reactief en wat doe je preventief?
Ga je aan de slag op het moment dat een bewoner vertelt dat hij de trap niet meer opkomt, of wil je dit vóór zijn?
Je hoeft natuurlijk niet elke woning zó in te richten, dat je makkelijk met een brancard op zolder komt. Aan de andere kant wil je ook niet steeds ad hoc aan de slag met kleine mobiliteitsproblemen.
Drempels kun je bijvoorbeeld makkelijk bij het planmatig onderhoud aanpakken en bij nieuwbouw kun je ze zelfs helemaal weglaten. Daar zijn bewoners met een kinderwagen, of bewoners die graag hun vloer willen doortrekken, ook blij mee.
Het hangt verder af van hoe drastisch het groot onderhoud is dat je moet uitvoeren. Soms loont het de moeite om een woning bij een onderhoudsproject meteen geschikt te maken voor bijvoorbeeld rollators.
Kijk hierbij ook op complexniveau: hoe zorg ik dat de entree en de straat ook toegankelijker worden voor bewoners met een mobiliteitsbeperking? En is dat relevant bij dit complex?
Tot slot kijk je naar de prijs. Als preventieve aanpassingen duur zijn, dan valt er meer voor te zeggen om reactief te werk te gaan, zeker in bestaande bouw.
Keuze 3: wat regel je in je bestaande bouw en wat doe je in je nieuwbouw?
Heb je een groot nieuwbouwprogramma? Het is veel duurder en lastiger om een bestaande situatie aan te passen dan om nieuwbouw meteen levensloopgeschikt te maken.
Ik raad je aan om je nieuwbouw vooral voor zwaardere aanpassingen in te zetten, zoals een rolstoelgeschikte woning toevoegen. In de bestaande voorraad kun je dan de goedkopere aanpassingen realiseren.
Denk goed over deze drie keuzes na. En zorg er uiteraard voor dat uiteindelijk de mensen met de juiste indicatie in de aangepaste woningen terechtkomen.