Circulair onderhoud gaat verder dan je denkt (interview met Merel Stolker van C-creators)
Circulair is een modewoord geworden, maar als je circulariteit echt wilt integreren in je renovatie en onderhoud, dan komt daar meer bij kijken dan je in eerste instantie misschien denkt. Het is een andere manier van kijken. Soms zijn de oplossingen gelukkig ook heel simpel.
Merel Stolker is architect en circulair bouwspecialist bij C-Creators. C-creators is een stichting die de transitie naar een circulaire bouweconomie versneld binnen de metropoolregio Amsterdam. C-creators werkt samen met de gehele keten: van provincies en woningcorporaties tot architecten. Ze begeleiden circulaire bouwprojecten van partners, inspireren en verbinden hun netwerk, en delen onvoorwaardelijk hun kennis. Ritske Dankert ging met haar in gesprek.
Handboek
Samen met Anne van Stijn schreef Merel het Handboek Circulair Renoveren Woningcorporatiebezit. Dit boek is gratis te downloaden op de website van C-Creators. ‘We hebben dit handboek een aantal jaar geleden geschreven omdat corporaties aan de slag wilden met circulariteit, maar niet zo goed wisten hoe,’ vertelt Merel. ‘Er waren her en der wel ideeën, maar echt weten hoe je circulariteit toepast bij renovaties bleek lastig.’
Circulariteit is een groot thema en het blijkt in de praktijk niet zo makkelijk om de hele cyclus in beeld te krijgen. ‘Corporaties gingen bijvoorbeeld kijken welk materiaal er vrijkwam bij renovaties en wat ze daarmee konden,’ zegt Merel, ‘maar vergaten dan de nieuwe materialen die instroomden onder de loep te nemen.’
Keramiek
Merel zegt dat dit ook logisch is. ‘Het is een proces, een transitie waar we nu in zitten. Je moet ergens beginnen.’ Ze ziet dat mensen vaak pas aan circulariteit denken als renovaties al aan de gang zijn. En als je pas tijdens het proces gaat kijken wat de mogelijkheden zijn, dan ben je voor veel dingen natuurlijk te laat.
Ze geeft een voorbeeld. ‘Er komt veel keramiek vrij bij renovaties. Maar doordat de tegels vaak op een bepaalde manier verlijmd zijn, kun je er niks meer mee. Daar kun je dus van leren. Als je de volgende keer een ander soort verlijming gebruikt, kun je als je over 20 jaar opnieuw moet renoveren wél het keramiek hergebruiken.’
Gedachtengoed implementeren
Idealiter zou je circulariteit op moeten nemen in de strategie van je corporatie, vindt Merel. ‘Vanaf daar sijpelt het dan door naar alle projecten.’ Maar als dit nog te lastig is, dan raadt Merel aan om te kijken waar je kunt beginnen. ‘Als dat voorlopig alleen bij de uitstroom van materialen is, dan ben je in ieder geval op weg.’
Vaak begint het met enkele intrinsiek gemotiveerde mensen die met circulariteit aan de slag willen. ‘Uiteindelijk wil je het liefst de hele corporatie meenemen in dit gedachtengoed. En de ketenpartners,’ vertelt Merel. Ze benadrukt dat het goed is om als corporatie na te denken wat je verstaat onder circulariteit. ‘Voer het gesprek met elkaar, wat bedoel je nu precies? Is een circulaire dakpan een dakpan die langer meegaat? Weet waar je het over hebt.’
Circulariteit is veelomvattend. Het gaat allereerst om zo min mogelijk materialen en grondstoffen gebruiken: wat je niet gebruikt, hoef je ook niet te recyclen. Verder kijk je of je materialen kunt hergebruiken of ze terug kunt brengen in de biosfeer. En ten slotte probeer je materialen zo lang mogelijk te gebruiken.
Merel benadrukt het belang van het betrekken van iedereen in het proces. ‘Je kunt iets helemaal bedenken en ontwerpen, maar uiteindelijk gaat het om de uitvoering. Als die tegels dan toch nog worden vastgekit, dan bereik je niet de circulariteit die je voor ogen had.’
C-Creators is partner bij Cirkelstad. Merel: ‘Coöperatie Cirkelstad is een platform voor publieke en private koplopers in de circulaire bouw. Cirkelstad werkt hard aan het creëren van een eenduidige taal op het gebied van circulair bouwen. Dit noemen ze Het Nieuwe Normaal. Op dit moment kan iedereen een project aanmelden om dit te laten evalueren aan de hand van verschillende indicatoren. Zo komen we steeds dichter bij een gedragen norm met haalbare én ambitieuze circulaire prestaties.’
Merel moedigt corporaties aan om circulariteit op te nemen in hun beleid. Hoe zorg je ervoor dat het in alle projecten gaat landen? ‘Er zijn corporaties die pilotprojecten hebben gedaan. De kunst is om de lessen daaruit op zo’n manier op te slaan dat corporaties dit met elkaar kunnen delen en verder verbeteren.’
Veel zaken zijn gewoontes geworden, terwijl ze misschien slimmer of makkelijker kunnen, vertelt Merel. ‘Dingen als: moet je wel tegelen tot het plafond, of kun je ook minder materialen gebruiken? Dat soort inzichten.’
Experimenteren en opschalen
Het is in eerste instantie vooral een kwestie van uitproberen en experimenteren. Merel: ‘Ik ken een voorbeeld waarbij ze met vijf biobased materialen en vijf hergebruikte materialen toepasten op renovaties. Op basis van de ervaring die ze daarmee opdeden, vielen er twee af en besloten ze er acht te gaan opschalen.’
Juist dat creëren van meer massa is hard nodig, merkt Merel. ‘Als producten nog niet zijn opgeschaald, zijn de kosten vaak hoger, of het is niet leverbaar.’ Ze ziet hierin een mooie kans voor corporaties. ‘Zoek elkaar op. Wellicht kun je de vraag naar bepaalde materialen bundelen, waardoor een groter volume ontstaat en marktpartijen geïnteresseerd raken.’
Er is ook een andere manier van denken nodig. ‘Qua onderhoud keken we bijvoorbeeld altijd naar levensduurverlening. Maar onderhoud heeft vaak veel impact op het milieu,’ stelt Merel. ‘Denk maar aan bepaalde verf. Dan zeggen we: het gaat heel lang mee. Maar uiteindelijk hou je dan een kozijn over waar je door de behandeling met die verf niets meer mee kan.’
Oplossingen van vroeger
Ergens is het misschien ook wel weer simpel. Volgens Merel zouden we deels terug moeten naar de oplossingen van vroeger. ‘Toen waren we veel meer gericht op het onderhouden dan op het vervangen van dingen. We zijn verwend geraakt. Verkleuringen van materialen accepteren we bijvoorbeeld niet meer. Misschien moeten we daar een beetje vanaf stappen. Dingen mogen best een beetje verweren.’
Merel ziet ook wel dat het corporaties soms een beetje overweldigt. De energietransitie is al een enorme opgave en nu komt daar een circulaire transitie bij. ‘Maar toch is het goed om deze dingen in samenhang met elkaar te zien,’ vindt Merel. ‘Bij de energietransitie komen veel installaties kijken, terwijl de milieu-impact van de productie daarvan groot is. Door anders te ontwerpen en anders te bouwen, kun je al veel kunt oplossen en heb je dit soort installaties misschien helemaal niet nodig.’
Ook hierbij wijst Merel weer op de trucjes van vroeger. Toen werden huizen bijvoorbeeld veel meer in compartimenten verdeeld, zodat je in de winter niet alle ruimtes hoefde te verwarmen. En in de zomer zouden corporaties misschien moeten denken aan het belang van bomen in de buurt van huizen, die werken als natuurlijke airco’s. ‘Zo simpel kan het zijn,’ besluit Merel. ‘Dingen als gewoon op tijd de gordijnen sluiten zodat de warmte buiten blijft.’ Terug naar eenvoudige oplossingen.